← Back to portfolio
Published on

Vissenverdriet of niet? (Quest)




Nog steeds is niet helemaal duidelijk of vissen pijn kunnen voelen. Waarom is het zo moeilijk om dat vast te stellen? 

Zomaar ergens ten noordwesten van IJsland. Een grote vistrawler haalt zijn net binnen, zes mannen staan gespannen te wachten tot de buit binnen is. Als het net boven water komt, blijkt het een goede vangst te zijn: zeven ton schelvis in een haal. Het net gaat open, duizenden vissen spartelen op het dek, happend naar ademen die ze niet kunnen krijgen, een langzame dood stervend. De verwerking begint gelijk op de boot al, terwijl een groot deel van de vissen nog in leven zijn.
 Het is de normale manier hoe wij mensen met vissen omgaan. Voor koeien en varkens gelden strenge regels, onnodig lijden is uit den boze. Zoogdieren als deze voelen pijn en nog belangrijker, ze zijn zich er bewust van. Bij alles wat wij doen met deze beesten, of het nu voor voedselproductie of voor wetenschappelijke onderzoek is, moeten we hier rekening mee houden.
Bij vissen is dat anders. Het publieke denken over het lijden van vissen werd al in 1991 goed verwoord door de legendarisch grungeband Nirvana in het liedje ‘Something in the Way’: It’s okay to eat fish, ‘cause they don’t have any feeling’, zongen zij. Vissen zouden geen gevoel hebben, geen pijn kennen, en hoeven dus ook minder beschermd te worden met wet- en regelgeving. Waar het jagen op dieren als sport op veel maatschappelijke weerstand stuit, is dat voor sportvissen totaal anders: met bijna 2 miljoen leden zijn zij zelfs een van de grootste sportverenigingen in het land. 
Meten is moeilijk
Maar klopt die gedachte wel? Voelen vissen echt geen pijn? ‘Het is erg moeilijk om pijn aan te tonen bij dieren,’ vertelt Gert Flik, hoogleraar dierfysiologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Zelfs bij mensen is het al lastig. Uiteraard kunnen mensen elkaar vertellen of ze pijn hebben, maar aangeven hoeveel pijn iets doet is al een stuk moeilijker. Bovendien kan een zelfde pijnprikkel, bijvoorbeeld een schop tegen de schenen, een totaal verschillende pijnsensatie teweegbrengen bij verschillende personen. Er is dan ook geen objectieve, verifieerbare test om pijn te meten, niet bij mensen, laat staan bij dieren. ‘Hoe verder dieren van ons vandaan staan, hoe moeilijker het is om te bepalen of ze pijn kunnen voelen,’ zegt Flik. ‘En vissen en mensen zijn al meer dan 500 miljoen jaar geleden evolutionair van elkaar gescheiden.’
Het bewijs of vissen al dan niet pijn voelen, moet daarom op een indirecte manier worden verkregen. Dat kan door te kijken of de systemen die wij hebben om pijn waar te nemen, ook in vissen voorkomen. Of door te kijken of de fysieke reactie of het gedrag dat vissen laten zien na een pijnprikkel vergelijkbaar is met dat van ons of van andere beesten waarvan bekend is dat ze pijn voelen. 
Om de vergelijking te kunnen maken, is enig inzicht in het pijnsysteem van mensen nodig. Fysieke pijn wordt bij ons waargenomen door twee zenuwvezels: A- en C-nociceptoren, die zich in en onder de huid bevinden, maar ook rond organen. De eerste zijn verantwoordelijk voor het voelen van acute, directe pijn en de bijbehorende snelle reactie, zoals het wegtrekken van het bezeerde been. Het tweede type nociceptor zorgt voor de langdurige en veel heftigere vorm van pijn en zorgen ervoor dat we leren van pijnervaringen. De nociceptoren geven het signaal via de ruggenmerg door aan de hersenen. Daar wordt de pijn verwerkt in de zogenaamde neocortex, het buitenste gedeelte van hersenen. 
Zonder cortex
Hoe zit dat bij vissen? ‘De meeste vissen hebben net als wij nociceptoren, bij bijvoorbeeld de tilapia hebben wij ze gevonden tot in het uiterste puntje van de vin,’ vertelt Flik. ‘De verhouding tussen A en C-receptoren is wel anders, vissen hebben over het algemeen veel meer A en minder C-nociceptoren vergeleken met zoogdieren.’ Er zit bovendien een groot verschil tussen vissen, bij sommige vissen zijn C-nociceptoren helemaal afwezig en bij haaien zijn zelfs geen enkele nociceptoren gevonden. ‘Het toont eens te meer aan dat vissen niet over een kam te scheren zijn. Wij hebben apart beleid voor kippen en koeien, die evolutionair veel dichter bij elkaar staan dan sommige vissoorten. En toch zien we vissen als een groep, die we allemaal dezelfde behandeling zouden willen geven’. Het hebben van vooral A-nociceptoren zou kunnen betekenen dat vissen vooral een korte reflexmatige reactie laten zien op pijn, die niet de impact heeft die C-nociceptoren veroorzaken. 
Het hebben van nociceptoren alleen is bovendien niet genoeg om pijn te ervaren, het signaal moet ook worden doorgegeven en verwerkt in de hersenen. En daar lijkt het voor de vis op te houden. Vissen hebben namelijk geen neocortex, het gebied dat bij ons cruciaal is voor het ervaren van pijn. Toch is daarmee het pleit voor Flik niet mee beslecht. ‘Vissenhersenen ontwikkelen zich anders dan die van ons. Simpel gesteld vormen vissenhersenen zich in het embryo van binnen naar buiten, terwijl het bij mensenbrein precies andersom werkt.’ Het zou dus kunnen zijn dus pijnverwerking bij vissen anders werkt. ‘Aangetoond is dat er signalen van de nociceptoren naar de hersenen gaan, wat er daarmee gebeurt is nog niet duidelijk,’ zegt Flik. ‘Om daar achter te komen zouden we vissen in de MRI moeten leggen om hun hersenactiviteit te meten. Dat kan, maar is nog niet gedaan.’
Pijn geeft stress
Maar een kijkje in de rest van het lichaam is wel gedaan. Pijn levert bij mensen een duidelijk lichamelijk signaal af. Zo stijgen bijvoorbeeld de concentraties van de hormonen cortisol en adrenaline. Bij vissen reageert het lichaam ook als het onder stress komt te staan. De kieuwen bijvoorbeeld, gooien onder onaangename omstandigheden hun zogenaamde mucuscellen leeg. ‘Toen wij bij tilapia’s een flink stuk van de staartvin afknipten, zagen we tot een uur daarna dat de mucuscellen in de kieuwen inderdaad geleegd waren en geen mucus meer bezaten,’ zegt Flik. ‘Dat het vissenlichaam zo reageert is een indicatie dat vissen inderdaad pijn voelen.’  
Maar helemaal overtuigend is zo’n vergelijkend onderzoek tussen vissen en mensen nog niet. Er moet dus verder worden gekeken. Dat kan door het gedrag te analyseren. Het makkelijkste is te kijken naar de directe reactie op een pijnprikkel: trekt een vis zich terug of zwemt het weg als hem iets wordt aangedaan? Probleem daarbij is dat het heel moeilijk te onderscheiden is wat een bewuste reactie is en wat een reflex. Als wij met een hamer een tik op de voorkant van onze knie krijgen, dan schiet ons been vooruit, zonder dat de hersenen daar aan te pas komen. 
Het dierenrijk zit vol met reflexen als deze. Zelfs dieren met nauwelijks hersenen schieten weg of trekken het lichaamsdeel terug dat geraakt wordt door iets wat schade oplevert, een puur reflexmatige beweging. Over het algemeen wordt aangenomen dat hoe complexer de reactie, hoe groter de kans is dat de hersenen er bij betrokken zijn, en hoe waarschijnlijker het is dat er pijn wordt ervaren. Maar zelfs die theorie is niet waterdicht. Bij ratten waar de bovenste hersenen, inclusief het gedeelte waar pijn wordt verwerkt, zijn weggehaald, worden nog steeds vrij complexe reflexen waargenomen, zoals wondlikken of het bijten en klauwen naar een onderzoeker die een injectie geeft aan de rat.
Vis kan leren
Toch stelt Flik veel uit de gedragsexperimenten te halen. In hetzelfde experiment met de tilapia’s keek Flik ook naar de reactie van de vissen. ‘Na het afknippen van een deel van de staart trokken de tilapia’s zich vaker terug in het donkere gedeelte van de vistank dan normaal, een gedraging die het voelen van de pijn doet vermoeden,’ zegt Flik. Andere wetenschappers vonden soortgelijke dingen: forellen die met zuur werden geïnjecteerd weerhielden zich langer van eten dan hun soortgenoten die niet werden geïnjecteerd, zebravissen die hetzelfde lot ondergingen, zwommen minder of gingen met hun mond tegen de wand van de tank aan schuren, gedrag dat ze onder andere stressvolle omstandigheden ook laten zien. 
Een van de sterkste aanwijzingen dat vissen daadwerkelijk pijn kunnen beleven, komt echter uit experimenten met goudvissen. In een tank waar de vis een elektrische shock kreeg als het in bepaalde delen van de tank kwam, bleek dat het populaire oranje huisdier leervermogen bezat. Na verloop van tijd ging de goudvis gevaarlijke delen van de tank vermijden, ondervonden Noord-Ierse onderzoekers van de universiteit van Belfast in verschillende experimenten. Dat betekent dat vissen pijn bewust ervaren, het verwerken in de hersenen en hun gedrag er op aanpassen. Dichterbij de manier waarop zoogdieren pijn ervaren is bijna niet mogelijk. 
Wetenschappers worden het er hierdoor steeds meer over eens dat vissen inderdaad pijn voelen, al is nog niet iedereen overtuigd. Nirvana’s songtekst dat vissen geen gevoel hebben lijkt in ieder geval niet langer houdbaar in de 21ste eeuw. ‘Er komt strengere regelgeving aan, die ervoor gaat zorgen dat onze omgang met vissen meer gaat lijken op die van zoogdieren,’ zegt Flik. ‘Het wordt spannend hoe daar op gereageerd gaat worden door de commerciële visser en sportvissers.’ 




[Kader:] Krab anders ingeschaald
Nu wordt er al vrij ruig omgegaan met vissen, sommige beesten hebben het nog slechter getroffen. Kreeften bijvoorbeeld, gaan levend de pan in. Andere schaaldieren als krabben ondergaan een soortgelijk lot. Net als bij vissen was de gedachte lang dat dit allemaal prima was, omdat schaaldieren al helemaal geen pijn zouden kunnen voelen. Maar ook dat idee staat op losse schroeven. Noord-Ierse wetenschappers ondervonden dit jaar dat krabben leerden van pijn, een belangrijke aanwijzing dat deze schaaldieren de pijn bewust meemaakten. In het experiment lieten ze krabben kiezen tussen twee schuilplaatsen, waarvan er een een elektrische schok opleverde. Na verloop van tijd bleken de krabben vaker voor de veilige schuilplaats te kiezen. Ook bij garnalen en rivierkreeften zijn de eerste aanwijzingen gevonden dat ze pijn kennen. Tijd om ook deze dieren anders te behandelen? 


[Kader:] Treurende dieren
Pijn wordt door wetenschappers gezien als een simpele emotie, die bij een heel scala aan dieren aanwezig is. Maar hoe zit het met complexere emoties, als verdriet en rouw? Ook die zijn bij dieren aangetoond. Olifanten rouwen als ze een jong verliezen, net als gorilla’s en chimpansees. Er zijn dolfijnen gespot die hun dode jong op hun rug meedroegen. Bovendien zijn er in de hersenen van dolfijnen zenuwcellen gevonden die lijken op diegene waar wij mensen complexe emoties mee verwerken. 
Wolven die een lid van hun roedel kwijt raken, verliezen hun speelse karakter. Ze houden hun staarten en hun hoofden gebogen na de dood van hun compagnon. Ook complexe emoties als sympathie, jaloezie en gevoel voor onrecht zijn waargenomen bij dieren. Als kapucijneraapjes voor dezelfde taak een verschillende beloning krijgen, gooit diegene die het minst beloond wordt, woedend zijn beloning weg, zo ondervonden Engelse wetenschappers van de Universiteit van Manchester dit jaar. Veel dieren zijn daarmee een stuk menselijker dan vaak gedacht. 


[Kader:] Tranendal 
Blijft er dan helemaal geen enkele eigenschap over die uniek is voor de mens? Jawel: huilen! Tot nu toe is er geen enkel dier gespot dat tranen plengt. In ieder geval niet de emotionele variant. Veel dieren, met name zoogdieren, produceren namelijk wel tranen, maar die hebben vooral tot doel het oog nat te houden. Uitdroging beschadigt het oog en zorgt er bovendien voor dat er sneller stof op het hoornvlies komt wat het zicht belemmert. Tranen bevatten bovendien allemaal stoffen die infecties voorkomen, zoals lysozym, dat de celwand van bacteriën afbreekt. Mensentranen hebben deze functies overigens allemaal ook, het is alleen niet hun enige. 


[Kader:] Uitzonderlijke fruitvlieg
Nog een treetje lager in de orde der dieren: voelen insecten ook pijn? Daar lijkt het over het algemeen niet op. Rupsen die van binnenuit worden opgevreten door een parasiet, gaan rustig door met eten en bewegen, net zo lang tot ze het loodje leggen. Een poot meer of minder weerhoudt een insect er niet van om door te leven alsof er niks aan de hand is. Bij de meeste insecten zijn dan ook geen nociceptoren te vinden, de zenuwvezels die pijn geleiden. Maar er zijn wel uitzonderingen. Zo hebben fruitvliegjes ze wel, of in ieder geval iets wat er op lijkt. Zij kunnen dan ook pijn voelen en er zelfs van leren. Al in 1974 toonden Amerikaanse wetenschappers van het California Institute of Technology in Pasadena aan dat het favoriete laboratoriuminsect elektrische schokken ging ontwijken nadat het er een paar keer mee in aanraking kwam. 


[Kader:] Populaire pijnbestrijder. 
Net als bij mensen, worden zoogdieren verdoofd als ze geopereerd moeten worden. Een populair middel daarvoor is ketamine. Dat staat bekend als paardenverdovingsmiddel, maar wordt ook gebruikt bij katten, honden en andere huisdieren. Eind jaren ’70 kwamen de eerste mensen erachter dat het ook uitstekend als drugs gebruikt kon worden. In lage concentraties levert het hallucinaties en out-of-body-ervaringen op. Nu nog steeds wordt het af een toe gebruikt als partydrugs in het uitgaansleven. Maar ketamine heeft nog meer verrassende kanten. Zo blijkt de stof ook depressies te verlichten. Begin dit jaar brachten Israëlische wetenschappers van het Mount Sinai Medical Centre naar buiten dat ketamine goede resultaten gaf bij mensen bij wie een heel aantal andere antidepressiva niet aansloegen. Langetermijnstudies zijn nu aan de gang om te kijken of ketamine echt als medicijn tegen depressies kan worden ingezet. 


[Kader:] Dier pakt terug
Mensen bezorgen dieren heel wat pijn, maar andersom kunnen dieren er ook wat van. Een rijtje extreem pijnlijke beten:
Kogelmier: Volgens entomoloog Justin Smidt, die zich heeft laten prikken door tientallen insecten, de meeste pijnlijk beet: directe, allesverzengende pijn gecombineerd met kortstondige verlamming.
Kubuskwal: het gif van deze kwal uit de Australische wateren wordt gezien als een van het meest heftige. de pijn is gigantisch en een beet kan zelfs dodelijk zijn.
Vogelbekdier: Een van de weinige giftige zoogdieren. De pijn van een beet wordt in zeldzame gevallen chronisch.
Gilamonster: Een beet van deze hagedis is zeldzaam, maar erg pijnlijk en vervelend. Het beest laat namelijk niet meer los en moet verwijderd worden door de kaak te breken.
Rog: Het pijnlijke gif van de rog betekende in 2006 het einde van het leven van Steve Irwin, vooral bekend als ‘de krokodillenjager’.  
Tarantulawesp: Deze wesp jaagt op tarantula’s als voedsel voor zijn larven. Zijn steek is de pijnlijkste van alle wespen, maar gelukkig is het insect niet zo agressief als de meeste van zijn soortgenoten.
Steenvis: Gecamoufleerd als steen, liggend op de bodem van de zee, kan een stap op zijn stekels een zwemmer in tropische wateren flink verrassen. Het gif is zo heftig dat het regelmatig leidt tot amputaties.