← Back to portfolio
Published on

Kattenverbod (VORK)


Als je een artikel schrijft over de nadelen van windmolens, kun je er vergif op innemen dat er iemand komt met het argument dat ze zoveel vogels uit de lucht slaan. Zo geschiedde ook toen ik eind vorig jaar een artikel schreef voor Vrij Nederland, waarin ik me zorgen uitte over het ruimtegebruik van bepaalde energiebronnen. Na publicatie werd me inderdaad voor de voeten gegooid waarom ik het niet had gehad over het dodelijke effect van de wieken.

En natuurlijk hebben ze een punt. Windmolen doden inderdaad behoorlijk wat vogels. Om precies te zijn: in Amerika sloegen windmolenwieken in 2017 234000 vogels uit de lucht. Dat lijkt een enorm aantal. Totdat je gaat vergelijken met andere vogeldoders: elektriciteitslijnen bijvoorbeeld zijn verantwoordelijk voor ruim 25 miljoen slachtoffers. En 600 miljoen vogels vliegen zich jaarlijks te pletter tegen gebouwen.

Bovenaan de lijst prijkt echter geen menselijk bouwsel, maar een dier: onze zo geliefde huiskat. Die doodt in de Verenigde Staten maar liefst 2,4 miljard vogels. Om dat in perspectief te zetten: Amerika herbergt ongeveer 10 miljard vogels, wat betekent dat 1 op de vier exemplaren eindigt in bek van een poes. Amerikaanse wetenschappers berekenden een aantal jaar geleden dat bijna bij de helft van alle vogels dat door predatie omkomt, de kat het dier in kwestie is.

Volgens de American Bird Conservancy draagt de kat de verantwoordelijk voor maar liefst 63 uitstervingen van vogelsoorten. Eerlijk is eerlijk, dat gebeurt vooral op eilanden waar de kat een invasieve soort is. Zo gaat het verhaal dat de Stephans-eilandrotswinterkoning van Stephens eiland in de buurt van Nieuw-Zeeland uitgestorven is door een enkele kat: die van de vuurtorenwachter op het eiland. Meer dan 50 eilanden hebben de afgelopen tijd al hun katten afgemaakt, om vogels weer eens kans te geven.

Nederlandse cijfers over de impact van katten op de vogelstand zijn niet bekend. Maar een back-of-the-envelop-berekening laat zien dat het aantal katten per vierkante meter minstens 8 keer zo hoog is hier dan in de VS, uiteraard vanwege de populatiedichtheid. Het zou betekent dat het leven voor vogels hier nog veel gevaarlijker is, en dat onze zo geliefde huisdieren hier het werk van natuurbeschermers aanzienlijk lastiger maakt. Een heel aantal vogelsoorten is al een aantal decennia in verval, en hoewel predatie van marters en ooievaars zeker in het vizier liggen, blijft de kat vaak buiten schot. (eerlijk is eerlijk, de windmolendichtheid ligt in Nederland ook hoger dan in Amerika)

Bij RTL Nieuws noemden de Tilburgse wetenschappers Arie Trouwborst en Han Somsen eind vorig jaar zelf ‘ een blinde vlek van natuurbeschermers. Ook uit hun onderzoek bleek dat katten de grootste killers waren, niet alleen door het opvreten van vogels, maar ook door het overbrengen van ziektes. Vooral in stedelijke omgevingen maken vogels weinig kans. De twee Tilburgeres gaan zover dat ze pleiten voor een verbod op het loslopen van poezen. Het leverde ze op sociale media flink wat soms onfatsoenlijk tegengas op van kattenliefhebbers.

En daar zit natuurlijk precies het probleem. Natuurbeschermingsmaatregelen zijn prima, maar ze moeten niet te dichtbij komen. In nederland heeft 36 procent van de huishouden een kat als huisdier, wat neerkomt om 2,6 miljoen katten. Eigenlijk zou die of niet meer buiten mogen komen, of alleen nog aan de lijn.

Hoeveel windmolentegenstanders hebben er eigenlijk een kat?